De impasse - Pesten op de Werkvloer
Saskia is nog wat ondersteboven van het vorige gesprek, maar dankzij haar advocaat weet ze goed wat ze moet doen in dit vervolggesprek. Uiteraard stelt haar werkgever eisen en zijn ze niet vooraf open en eerlijk geweest waardoor er een impasse ontstaat.
pesten,gepest,werkvloer,werk,pesten op de werkvloer,pesten op het werk
17950
post-template-default,single,single-post,postid-17950,single-format-standard,bridge-core-2.6.4,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-24.9,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
silhouette

De impasse

Het duurt weer een paar dagen voor ik deze klap te boven ben gekomen. Ik ben enorm moe en mijn geheugen lijkt achteruit te hollen. Soms lijk ik wel net zo dement als mijn vader van 87. Ik probeer me er maar niet druk om te maken. Als dit alles achter de rug is, komt alles weer goed.

Ik bespreek met mijn advocaat wat er is gebeurd en geef aan dat dit soort gesprekken niet in het belang van mijn gezondheid zijn. Ik stel voor dat ik dit aangeef bij de mediator en dat ik voorstel om in het volgende gesprek zakelijker te zijn en op zoek te gaan naar oplossingen. Mijn advocaat vindt dat een goed idee en steunt mij enorm door mij korte duidelijke aanwijzingen mee te geven.

Het volgende gesprek

Ik lijk wel gek als ik naar het volgende gesprek ga. Ik heb de radio snoeihard aan in de auto en zing luidkeels mee. Ineens kijk ik er naar uit om het gesprek in te gaan. Ik voel me vastberaden en vol zelfvertrouwen.

Als ik met G in gesprek ga, ben ik toch even heel nerveus. Maar intern trillend van de nervositeit, vertel ik mijn verhaal aan G. Ik blijf uiterlijk kalm en laat me niet door haar van de wijs brengen. G is ietwat geïrriteerd als ik aangeef niet meer over emoties te kunnen praten, maar verder te willen praten over oplossingen. Als ik aangeef, dat dit is wat mijn advocaat mij heeft geadviseerd, wordt ze ineens wat rustiger.

Ze zegt dat ze echt niet partijdig wilde zijn in het vorige gesprek en dat het niet haar bedoeling is geweest om mij te kwetsen. Ik denk dat ze me inderdaad niet wil kwetsen, maar dat ze ook niet helemaal eerlijk is.

Ik draag aan dat ik graag wil herstellen bij Zon en wil reïntegreren op het tweede spoor. G zal dit voorstellen aan Renée, waarna we er samen verder over kunnen praten.

Niet werken met Zon

Renée geeft in het gezamenlijk gesprek aan dat mijn werkgever niet graag met Zon samenwerkt. We komen tot de oplossing dat er een traject komt voor herstel en een traject voor reïntegratie 2e spoor. G heeft contacten met een bureau dat erg goed is in herstel bij een burn-out. Ik ken het bedrijf van naam en kan me vinden in hun werkwijze. Ik zal zo snel mogelijk contact opnemen met het bedrijf voor een intake gesprek. Renée zal op zoek gaan naar een reïntegratiebureau in hun provider boog. G benadrukt het belang van snelheid in deze situatie.

In een nogal wazig onduidelijk verhaal, vertelt Renée dat een andere vraag van mijn werkgever is of ik ervoor wil tekenen dat ik mijn ontslag niet zal aanvechten als ik 2 jaar ziek ben. Ik geef aan dat ik daar geen uitspraak over kan doen en dit eerst met mijn advocaat moet overleggen. We zullen dit de volgend keer verder bespreken.

G schrijft over dit gesprek een verslag met voorlopige afspraken. Ik ben stomverbaasd wanneer ze het verslag per mail naar mij toestuurt en blijkt dat daarin staat dat alle 3 de voorlopige afspraken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als ik dus niet akkoord ga met het laatste punt, vervallen ook punt 1 en 2. “Dat we wel alvast begonnen zijn met afspraken met de bedrijven is slechts om tijd te winnen, maar betekent niet dat het ook vaste afspraken zijn”, staat erbij vermeld.

Geen akkoord

Mijn advocaat geeft mij het advies om niet akkoord te gaan met punt 3. Ik ben op dit moment 1,5 jaar ziek. Zo kort voor het tweede ziektejaar akkoord gaan met afspraken rondom ontslag is niet in mijn belang, geeft hij aan. Dit advies had ik al verwacht, dus ga ik het vol goede moed vertellen in het volgende gesprek.

G is niet blij met het advies van mijn advocaat. Ze geeft aan dat we dan in een impasse terechtkomen omdat mijn werkgever punt 3 als harde eis heeft. Ik geef aan dat ik begrijp dat we in een impasse terecht komen, maar dat ik niet anders kan dan het advies van mijn advocaat opvolgen. Ik zeg tegen G dat ik het nogal raar vind dat ik pas in het verslag heb gelezen dat de drie punten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. “O”, zegt G, “wist je dat niet, tja dat heeft Renee wel tegen mij gezegd, maar blijkbaar niet tegen jou”.