De vertrouwenspersoon - Pesten op de Werkvloer
Na het tegenvallende gesprek raakt Saskia verder gedemotiveerd. Gelukkig vindt ze een vertrouwenspersoon die haar heel goed op weg helpt, totdat Renée zich erin gaat mengen.
pesten,gepest,werkvloer,werk,pesten op de werkvloer,pesten op het werk
17811
post-template-default,single,single-post,postid-17811,single-format-standard,bridge-core-2.6.4,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-24.9,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.5.0,vc_responsive
silhouette

De vertrouwenspersoon

Saskia (50, 2 kinderen) werkt parttime in de gehandicaptenzorg bij een organisatie waar ze veel mogelijkheden kreeg en een leuke functie voor zichzelf heeft gecreëerd. Dankzij een reorganisatie is de werkdruk zo hoog geworden dat ze zich ziek heeft moeten melden. Haar nieuwe manager, Renée, laat niets van zich horen en toont geen begrip voor de situatie van Saskia.

Ik vraag Renée naar de inzet van de vervangster en geef aan dat het me verbaast dat dit net samenvalt met de start van mijn re-integratie. Renée vertelt dat de vervangster nu mooi extra kan ondersteunen, terwijl ik nog niet helemaal terug ben. Ze fleurt helemaal op als ze zegt: ”… en ik hoop dat ik haar hier kan houden, want ze is echt heel goed.” Die zin voelt voor mij niet prettig, het geeft me een verdrietig gevoel.

Thuisgekomen val ik stil. Ik ben eigenlijk heel erg in de war door deze middag. Ik bel een vriendin, die ik het verhaal van die middag vertel en samen zetten we de dingen weer op een rijtje.

Teleurstellingen

Er is niet gesproken over mijn re-integratie en er is geen plan van aanpak gemaakt. Er is geen duidelijkheid en structuur. En ik krijg ook nu weer het gevoel dat dingen nog steeds niet goed geregeld zijn. Ik merk dat ik heel wiebelig word door het gedrag van Renée. De onzekerheid en onwetendheid die ze laat zien en het ontbreken van alles wat ik nodig heb om te kunnen re-integreren. Eigenlijk is er niks veranderd en voel ik me op deze manier niet in staat om te starten. Ik stuur Renée hierover een mail. Renée belt me de volgende ochtend naar aanleiding van deze mail. Ze begrijpt niet wat er mis is. Zelfs niet als ik haar vertel dat er eigenlijk niks is veranderd. Ze vindt het maar raar en reageert erg geïrriteerd. We begrijpen elkaar duidelijk niet goed. Ik vraag haar om iemand die ons kan helpen bij dit probleem. Iemand aan wie ik misschien duidelijk kan maken wat er aan schort en dit kan overdragen aan Renée. Renée geeft aan dat ik wel contact op kan nemen met bedrijf R. Ze belooft me het telefoonnummer toe te sturen.

Zoals voorzien, geen telefoonnummer. Dus na 1 week ga ik zelf het telefoonnummer opzoeken van het bedrijf en bel ze op om informatie te ontvangen. Ik doe mijn verhaal en vraag of het mogelijk is dat wij door R geholpen kunnen worden. Tot mijn stomme verbazing zegt de dame aan de telefoon, dat zij ons prima zouden kunnen helpen, alleen mogen zij van mijn werkgever geen ondersteuning bieden aan zieke werknemers, omdat zij geen informatie doorspelen aan mijn werkgever. Ik sta echt perplex… Nu zou er iemand kunnen helpen en dan krijg je dit verhaal… Wat nu weer? Het geeft me in ieder geval geen veilig gevoel. Ik voel me zo verloren. Ik wil gewoon weer aan het werk met een klein beetje ondersteuning. Wat is daar nou zo moeilijk aan?

Nieuwe ondersteuning

Ik mail Renée met mijn bevindingen en krijg als antwoord, dat zij niet van deze afspraak met R afwist, maar dat het wel klopt. Ze gaat contact opnemen met bedrijf M en meldt mij daar aan, zegt ze. Het is een nogal dwingende mail, waarin niet gevraagd wordt of ik dat ook wel wil!  Ongerust en ietwat achterdochtig geworden door de reacties van de bedrijfsarts en R, ga ik op de website van M kijken.

M blijkt een GGZ aanbieder te zijn. Dat heb ik niet nodig, want ik heb al ondersteuning. En zelfs al had ik dat niet, na alle verontrustende verhalen, ben ik er huiverig voor om een GGZ aanbieder te nemen die door mijn werkgever betaald wordt.

Dit geef ik door aan Renée en geef aan dat ik wel met een re-integratiebureau in zee wil. Dit valt niet in goede aarde. Renée wil per se dat ik wel ga, maar ik houd voet bij stuk. Renée reageert furieus in een woedende mail.

Vertrouwenspersoon

Dat is het moment dat ik contact op ga nemen met een Vertrouwenspersoon B. Zij is de komende maanden een grote steun voor mij. Het is een warme, duidelijke dame, die begrijpt hoe ongelukkig ik me voel. Ze is bereid me te helpen en eventueel op zoek te gaan naar iemand die me wel kan helpen. Het is even zoeken naar wat mogelijk is, omdat zij alleen ingeschakeld kan worden bij grensoverschrijdend gedrag. Al heb ik nog niet heel sterk het gevoel dat er over mijn grenzen heen gegaan word, het gevoel is wel aanwezig.

Ik krijg de tip en hulp om alles in een dagboek te gaan zetten. Mails, mijn gevoel over de mails, verslagen etc. Nu, na 14 maanden, ben ik blij dat ze dat heeft aangegeven. Het helpt me om alles op een rijtje te houden en ik kan het zo aan mijn advocaat geven, die er erg blij mee is.

Ze is voor mij een rots in de branding, in een situatie waarin ik me zo verloren voel. Ik zal haar altijd dankbaar zijn voor haar begrip, het luisterend oor en de tips die ze me gaf.

Na enkele maanden vraagt Renée aan mij, of ik nog weleens contact heb opgenomen met de vertrouwenspersoon. Ik antwoord in mijn onschuld dat ik heel veel steun van haar heb gehad en blij met haar ben.

Vlak daarna stoppen de mails van de vertrouwenspersoon. Ik krijg geen contact meer met haar.